De kantoorpolder

Het is weer tijd voor nieuw jargon. De Stuurgroep heeft al intellectueel eigendom op corporate limbo en de mailslinger. Maar nu thema’s als leiderschap en beslissingsvaardigheid in de kantoorjungle hoog op de agenda staan, kwam een nieuwe term tot leven. Aanschouw: de kantoorpolder.

Het eerste deel van dit woord behoeft geen uitleg. Iedereen kent kantoor. Het thuiskantoor, gekenmerkt door de betere koffie, de bekende planten, de vriendelijke pakketbezorger, de niet-zo-ergonomische-keukentafel en de jengelende kinderen is iedereen lief. Net zo lief is het kantoor-kantoor, met zijn sfeervolle tl-verlichting, flexwerkende kantoortuin, roddels bij het koffieapparaat en jengelende collega’s. 

Het tweede deel van dit woord is ons Nederlanders natuurlijk ook niet vreemd. De polder. En dan niet daar waar het soms nat is en de koeien een stikfstofcrisis veroorzaken, maar de polder als in: het poldermodel. Het model waarin we iedereen moeten aan- en uithoren voor we een beslissing maken. Waarin we grenzen aan de Griekse democratie, waar iedereen zijn zegje mag doen. Uiteraard kan in dit model geen beslissing gemaakt worden, voordat de dans der polderen voorbij is. En dat kan wel even duren.

De kantoorpolder refereert dan ook naar hoe wij Nederlanders beslissingen maken op kantoor. Of je beslissing nu groot of klein is, je moet draagvlak creëren om je beslissing ook echt officieel bezegelt te krijgen. Dat betekent urenlang vergaderen, koffie drinken en vele workshops met collega’s. Allemaal met als doel dat zij input kunnen geven op het idee of juist plasjes kunnen doen over een concretere uitwerking van het idee, voordat er een beslissing over genomen is. Op die manier voelen zij zich betrokken. En lijkt het aanstaande besluit wat jij wil of moet introduceren óók van hun te zijn. Theoretisch gezien zullen deze mensen dankzij deze kantoorpolder maar al te graag meehelpen aan de executie van het besluit.

De werkelijkheid is weerbarstiger. De kantoorpolder leidt namelijk tot stroperigheid. Als je van zesendertig mensen aanwijzingen en aanpassingen doorkrijgt, dan duurt het een hele tijd voor je ze allemaal hebt gesproken. Het duurt nog langer voor je alle feedback hebt verwerkt en het geüpdatete stuk weer bij ze voor hebt gelegd. En het duurt het allerlangst om van alle zesendertig een volmondig ‘ja’ te horen. Deze traagheid leidt ertoe dat mensen afhaken tijdens het proces, of dat het geloof in het besluit verloren gaat. Immers, als het besluit nemen al maanden kost, dan kost de implementatie vast jaren. En daar heeft de helft geen zin in en de andere helft ziet het gewoon nooit gebeuren. 

Ook zorgt de kantoorpolder ervoor dat ieder besluit één groot compromis wordt. Het positieve aan een compromis is dat iedereen zich er een klein beetje in herkent. Het negatieve aan een compromis is dat iedereen zich voor een groot deel er niet in herkent. Wij nuchtere, azijnpissende Hollanders focussen ons maar al te graag op die tweede categorie. Daardoor gaat de theorie van het kweken van draagvlak via de kantoorpolder niet op. Want mensen herkennen zich niet in dit besluit en doen lekker niet meer mee.

De kantoorpolder heeft dus prachtige kenmerken en vreselijke kenmerken. En zoals alles in het leven ligt de waarheid ergens in het midden. Soms werkt de kantoorpolder om besluiten te nemen en soms ook helemaal niet. Hoe dan ook, we zijn eraan verknocht. Het is zoals onze tulpen, windmolens en gave om mondiale voetbalfinales te verliezen: het is echt Nederland. 

Daarom blijft de kantoorpolder voor eeuwig bij ons. En verdient het nu officieel zijn rechtmatige plek in de lijst met kantoorjargon.

Vorige
Vorige

Oproep: soigneur gezocht in de kantoorjungle

Volgende
Volgende

Stop hybride vergaderen