Lang leve de onkunde
Het is een pijnlijk feit in de kantoorjungle: iedereen doet maar wat. En eigenlijk bakt (bijna) niemand er wat van. Het staat in grote bedrijven, zowel publiek als privaat, bol van de onkunde. Denk maar eens aan grote financiële dienstverleners pre-2008 of aan een willekeurig aanbestedingstraject van een (semi-)overheid. En ik vind dat we die onkunde moeten omarmen.
Want als iedereen het doet, dan maakt het wat minder uit, toch? En aangezien niemand er écht wat van bakt in de kantoorjungle, valt de onkunde ook helemaal niet zo op. Dat heeft verschillende redenen. Denk aan de nieuwe garde die gemiddeld genomen hoog opgeleid is, maar alleen maar generieke vaardigheden heeft ontwikkeld. Een vak leren we tegenwoordig niet meer en dus zijn al deze mensen stuk voor stuk opleidingsprojecten, die aan het begin van hun carrière totaal onkundig zijn. Ook als je wat verder in je carrière raakt en promoveert, stelt het Peterprincipe dat je uiteindelijk op een plek terecht komt waar je ongeschikt voor bent. Je hebt dan jouw optimale plek van onkunde bereikt. Als laatste zien we ook dat het eeuwig leren en het alsmaar verschillende dingen willen doen, bijdraagt aan de onkunde. Want op die manier begin je telkens weer ergens anders opnieuw en moet je nog alles leren. Die eerste maanden ben je dan de belichaming van onkunde.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Denk maar eens aan de juristen die wetten interpreteren en gedegen advies geven, in plaats van de wettelijke tekst opdreunen. Of van productmanagers die hun producten van binnen en van buiten kennen. Als laatste voorbeeld zijn er de echte techneuten, die applicaties vanuit het niets bouwen. Stuk voor stuk geweldige voorbeelden van kundige kantoortijgers.
Die uitzonderingen bevestigen de regel dat de kantoorjungle een bolwerk van onkunde is. En dat is helemaal niet zo erg. Natuurlijk kun je stellen dat het niet erg is, omdat iedereen daardoor continu aan het leren is. Maar van dat soort stellingen moet ik altijd kokhalzen. Ik zie dankzij al deze onkunde twee hele andere positieve punten voor je mentale gesteldheid.
Als eerste betekent dit dat niets persoonlijk is. Als iemand te laat oplevert, iets verkeerd doet of simpelweg het proces verstoort, dan is dat onkunde. Geen opzet, maar gewoon onkunde. Dat wil dus zeggen dat jij dit niet persoonlijk hoeft te nemen en niet uit je slof hoeft te schieten. Je hoeft er niet over lopen te malen na werk en je kunt het makkelijker een plekje geven. Onkunde zorgt voor emotionele balans bij jezelf.
Als tweede betekent het dat puur kwaad eigenlijk niet bestaat in een bedrijf. Oké, uitzonderingen daargelaten, want er zijn wel wat terror-managers die meteen op straat gezet mogen worden. Maar grosso modo heeft niemand kwade intenties. Iedereen is gewoon verschrikkelijk onhandig. Om te weten dat je niet wekelijks een interne kruistocht hoeft te starten, is ook wel lekker. En geeft je nek ook wat rust, want je hoeft niet alsmaar over je schouder te kijken.
Lang leven de onkunde dus! Dat we nog lang mogen stuntelen naar nog betere kwartaalcijfers of naar een nog betekenisvollere invulling van onze purpose. Dat iedereen mag blijven leren en wij allemaal een emotionele balans mogen vinden dankzij al die onkunde.
Met deze realisatie voel ook ik me, als totaal onkundig schrijver, weer een stukje zekerder van mijn zaak.