Radicaal chique

Terwijl de wappies zich verzamelen om te demonstreren tegen vaccins of QR-codes, rolt elitair Nederland met haar ogen. Maar zodra de afkeurende blik geworpen is en deze mensen terugkeren naar hun vaste baan, discussiëren ze er lustig op los over radicale ideeën zoals het universeel basis inkomen. Deze groep mogen we wel radicaal chique noemen. Wat is het? En wat brengt het ons?

Radicaal chique is overmatig vertegenwoordigd in de kantoorjungle. Immers, in de kantoorjungle werken mensen veelal bij grote of middelgrote corporates, waar de arbeidsvoorwaarden op orde zijn en een groot deel van de mensen nog een vast contract kent. Hoe langer je bij zo’n bedrijf zit, hoe comfortabeler je pluche van waaruit je radicale ideeën de wereld in slingert. Het schoolvoorbeeld hiervan zijn alle kantoortijgers werkzaam in de financiële dienstverlening of de consultancy. 

In de meest irritante vorm uit radicaal chique zich door mensen die ongeveer twintig jaar bij een bedrijf werken en dan gaan zeiken op het intranet over vastlopende cao-onderhandelingen. Dat deze mensen zwaar boven modaal verdienen en met hun baan ook nog eens nauwelijks toegevoegde waarde bieden aan de samenleving, vergeten ze als collectief. Een ander kenmerkend voorbeeld zijn mensen met te veel geld, en soms zelfs meerdere woningen, die foeteren op iedereen buiten de kantoorjungle – het liefste de overheid met zijn schrale ambtenaren natuurlijk – hoe slecht het voor de gemiddelde Nederlander is geregeld. Beiden kenmerken zich door veel roepen, maar geen vinger uitsteken.

De radicaal chique beweging kent ook goede kanten. Mensen die zich realiseren dat zij in de kantoortuin vanuit privilege handelen en zich beseffen dat ze hun radicale ideeën uit moeten spreken, omdat deze scheve verhoudingen niet langer bestaansrecht hebben. Ze spreken zich uit voor beleid wat henzelf raakt, zoals journalist Hans de Geus met zijn boek. Of zij realiseren zich dat het tijd is om de kantoorjungle te verlaten om écht impact te gaan maken, zoals Merel van Vroonhoven

Maar veruit de meeste radicaal chiquen bevinden zich niet op één van deze uiteinden. Ze bevinden zich in het makke midden. Zoals ikzelf. We houden er ideeën op na die vrij radicaal zijn. Denk aan een idee dat essentiële beroepen minder inkomstenbelasting zouden moeten betalen dan beroepen in de financiële industrie. Of dat de vermogensbelasting gelijk getrokken dient te worden aan de inkomstenbelasting – al klinkt dit eerder als common sense dan als radicaal chique. We lezen af en toe de Correspondent en posten misschien wel iets met de hashtag “woke” op sociale media. Maar veel verder dan dat komt het niet. Daarvoor is mijn zetel in de kantoorjungle ook net te comfortabel en voel ik de urgentie net te weinig.

De radicaal chique beweging staat dus dus bol van de radicale ideeën, maar niemand predikt die ideeën op het malieveld. Nee, in plaats daarvan hebben de radicaal chiquen een onderonsje in een hippe cocktail bar terwijl ze genieten van een overpriced gin-tonic. Het is het mopperen op de flexibilisering van de arbeidsmarkt, terwijl je zelf een vaste baan en koopwoning hebt. 

Ja, wij radicaal chique mensen rollen onze ogen voor de wappies op het malieveld. Maar op de eerdergenoemde uitzonderingen na straalt de passiviteit ervan af.  En dat kun je niet zeggen van de wappies. Zoals het oude Rotterdamse gezegde luidt: “geen woorden, maar daden.” Dus stop met kletsen en doe er wat aan. En als je dat niet durft vanuit je comfortabele pluche, houd dan op z’n minst je mond op het intranet. 

Vorige
Vorige

Blijf ventileren!

Volgende
Volgende

Het vergaderfantoom