Waarom maken we niets af?
Halverwege een avondje uit is er altijd wel een vriend of vriendin die voorstelt om naar een andere kroeg, club of karaokebar te gaan. Het hele gezelschap pauzeert de tot dan toe goede avond en gaat moedwillig mee naar de volgende locatie. Hier blijkt alles toch tegen te vallen en gedesillusioneerd druipt iedereen af naar een kebabzaak. Helaas is dit prachtige beeldspraak voor de kantoorjungle.
Waarom, is de eerste (terechte) vraag die nu door je hoofd schiet. De beeldspraak laat zien dat we niets afmaken in de kantoorjungle. Halverwege een project, het ontwikkelen van een product of een IT-migratie krijgen we het op de heupen zoals onze vriend(in) tijdens het uitgaan: we moeten wat nieuws doen! Weg van het oorspronkelijke projectplan of de kroeg waar we het naar onze zin hadden. Door naar wat anders. Maar hoe komt het dat we deze reflex van het niet afmaken hebben?
Dit heeft te maken met twee zaken. Als eerste is er onze beperkte aandachtsspanne. In het begin is dat nieuwe project helemaal hip. Er is veel aandacht voor binnen en misschien wel buiten het bedrijf. Je komt te werken met de nieuwste technieken. Er komt een volledig, gedreven team op te zitten wat met je meewerkt. Het is een typische vorm van nieuwe bezems vegen snel schoon. Maar na enige tijd verwatert onze aandacht. Hoewel het project nog niet af is, kennen we het trucje inmiddels wel – of denken we het te kennen. De aandacht van anderen is ook naar andere, nieuwere projecten getrokken en dus valt de externe motivatie ook weg. Langzaam bekruipt ons het idee dat we dit wel lang genoeg hebben gedaan. Voldoende hebben geleerd. En het dus tijd is om verder te trekken.
Op die manier gaat er kostbare capaciteit verloren. En zelfs als deze wegtrekkende mankracht kan worden opgevangen door de nieuwe garde, is de kans groot dat het toch net niet zo lekker loopt als eerst. Het project komt daardoor onder een vergrootglas te liggen en uiteindelijk wordt de stekker eruit getrokken.
De tweede reden is onze persoonlijke drive. Want we willen nieuwe dingen leren en nieuwe dingen doen. Dat stuwt ons, en het bedrijf, naar grote hoogtes. Maar het heeft ook een duidelijke keerzijde. Want telkens wat nieuws willen doen, leidt tot veranderingen gedurende het project zonder het project eerst af te maken. Bij IT-projecten wordt er dan halverwege een nieuwe database, handige tool of in de meest radicale gevallen een nieuwe technologie geïntroduceerd. Bij innovatieprojecten wordt de term pivot dan misbruikt. Dat houdt in dat er gedurende het project een andere aanpak, andere focus of soms zelfs totaal andere propositie gekozen wordt. Dit gebeurt dan ongeveer drie keer voordat het management het speelkwartier afsluit en opnieuw de stekker uit het project trekt.
Beide redenen getuigen van weinig doorzettingsvermogen en de aandachtsspanne van een garnaal bij ons kantoortijgers. Dit wordt versterkt door dingen als agile werken, werken met business cases of de aandeelhouderscultuur. Want die drukken iedereen op het hart op korte termijn iets op te leveren en regelmatig koers te wijzigen. Wat veranderingen gedurende het project weer in de hand speelt.
Ik roep op om dit credo te doorbreken. Dit doen we door te focussen op het zogenaamde cathedral thinking. Dat houdt in dat je iets bouwt wat voor generaties na jou zal zijn. Dat het de tand des tijds moet doorstaan. Dat jij niet per se degene bent die er de vruchten van plukt of er de (korte termijn) ego boost van krijgt. Dat je dus aan iets bouwt wat groter is dan jouw leercurve of het gebruiken van de nieuwste technologie. Dat het groter is dan de drie extra euro’s die de hernieuwde richting van de propositie oplevert. Dat we het volledige project afmaken op de afgesproken manier, ongeacht onze eigen - zeer tijdelijke - voorkeuren.
Want alleen op die manier creëren we nog zaken die écht een verschil maken. Of maken we überhaupt nog dingen af. Zoals een onvergetelijke avond in de kroeg met vrienden.