Agile washing

Het applaus was oorverdovend. Zojuist vertelde ik een groep van belanghebbenden tijdens de demo dat wij maar liefst 200 punten wisten op te leveren. Wat een velocity! Wat een feest. Niemand snapte er wat van, maar iedereen vierde het. Want we werken agile. En ik deed iets agile-achtigs. Eigenlijk mogen we in dit soort gevallen wel spreken van agile washing.

De theorie

Het begrip agile werken komt vanuit de softwareontwikkeling. Het basisidee komt erop neer dat je in een onzekere omgeving niet twee jaar lang in een bunker kruipt om iets te programmeren, om er vervolgens op de dag van de release achter te komen dat het achterhaald is. Je kunt tussentijds snel features testen met klanten en andere belanghebbenden om te zien of je nog wel met het juiste bezig bent. En uiteraard bijstellen waar nodig.

Gratis en voor niets krijg je bij die theorie een bak aan nieuwe begrippen. Van functietitels zoals Scrum Master en Product Owner tot nieuwe rituelen. Die rituelen, dat zijn eigenlijk vergaderingen met een specifiek doel. In het agile werken kennen we de daily, wat een dagstart met je team is, de planning, waarin je het werk voor de komende tijd plant, de retro, wat een terugblik is met je team hoe het de afgelopen periode ging en de refinement, wat de voorbereiding is voor het werk wat je tijdens de planning gaat plannen.

Theoretisch allemaal prima. Maar zelfs in de wereld waar het agile werken vandaan komt, de softwareontwikkeling, wijst de praktijk iets anders uit. Want videogames worden tegenwoordig voor de volle mep in de markt gezet, maar gamers moeten eerst weken wachten op de nodige patches. Hoe dit kan? Nou, het initiële product is een Minimal Viable Product. Zo zie je hoe de markt reageert en kun je bijsturen. Super agile natuurlijk. 

De adoptie in de kantoorjungle

Dit soort praktijken hield de traditionele corporate in de kantoorjungle niet tegen om het jargon van het agile werken te adopteren. En alleen het jargon, want termen als een sprint en een zelfsturend team, bekken heerlijk met klassieke termen als verantwoordelijkheid laag in de organisatie beleggen. Het was een woordensynergie waarvan in menig boardroom tepels stijf overeind gingen staan. En dit staat natuurlijk geweldig op de website, in het jaarverslag en in vacatureteksten.

Dit klinkt flauw, want theoretisch kan agile werken prima werken. Iedere twee, drie of vier weken kijken of je met het juiste bezig bent en dan bijsturen waar nodig, dat is een goed idee. Zeker in een onzekere omgeving, zoals de softwareontwikkeling, is deze methode goud waard. Maar in de kantoorjungle zijn budgetten eindig, aandeelhouders ongeduldig en deadlines heilig. Met als gevolg dat het agile-jargon als warme broodjes over de toonbank vliegt. Maar als het budget op dreigt te raken, moet je de boel toch maar afronden. Of nog beter: je krijgt een deadline opgelegd en je mag dan alle sprints tot die deadline vooruit plannen om ervoor te zorgen dat je wel oplevert wat iedereen verwacht. Lekker wendbaar.

Ook heeft de theorie een belofte van minder vergaderingen. Halleluja. Met de agile rituelen heb je alle vergaderingen in een week gehad. Dus geen enkele andere vergadering meer nodig. Laten we zeggen dat je nog maar tussen de vier en acht uur hoeft te vergaderen per week. Hang de vlag uit. Maar in de realiteit blijven naast deze rituelen je andere projectvergaderingen, stuurgroepoverleggen, klankbordsessies en overige vergaderingen ter waarde van twintig uur per week in je agenda resideren. Behalve nieuw jargon heb je ook nog eens een vollere agenda gekregen. Dit kan de bedoeling niet zijn.

Wellicht is het wel de bedoeling. Want met de opkomst van het agile werken in de kantoorjungle is er ook een volledig nieuwe industrie ontstaan. Met bijbehorende titels als product owners, agile coaches en scrum masters. Al deze mensen worden ingehuurd door corporates om het agile werken te introduceren op de werkvloer of om advies te geven hoe het agile werken nou geoptimaliseerd kan worden. Eigenlijk worden de zelfsturende teams dus begeleid door deze mensen. Zijn die teams toch niet zo zelfsturend als de titel doet vermoeden.

Voor de bühne

In de kantoorjungle zeggen we maar wat graag dat we agile werken, want dat is hip. Maar in praktijk leidt het vooral tot meer vergaderen, meer jargon en een volledig nieuwe functietitel-industrie met dezelfde klassieke deadlines en budgetten. De efficiëntieslag die beloofd werd is uitgelopen op een toneelstuk voor de bühne. Een bühne waar potentiële werknemers en aandeelhouders smullen van al dit nieuwe jargon, een bühne waar men juicht voor 200 punten zonder de puntentelling te begrijpen. Het is een soort greenwashing maar dan niet doen alsof je duurzaam bent, maar doen alsof je agile bent. Noem het agile washing. 

En wie dit nu vanuit zijn kantoortuin leest en denkt “dit gaat zó anders bij ons”, gefeliciteerd. Je hebt bij deze de kritische spiegel gevonden die jij jezelf mag voorhouden. Kun je dat lekker tijdens de volgende retro bespreken. 

Vorige
Vorige

Het vergaderfantoom

Volgende
Volgende

Verdorie, terug naar kantoor