De notoire nee-zegger

Notoire nee-zegger (2).jpg

In een eerder artikel pleitte ik voor het belang van nee zeggen. Ik stelde dat “nee” een soort verboden woord geworden is. Dat we alsmaar meer verantwoordelijkheden naar ons toe trekken, omdat we in de veronderstelling zijn dat het afwijzen van een verzoek afbreuk zou kunnen doen aan ons imago. Een weloverwogen nee beschreef ik als een hele duidelijke manier van verwachtingsmanagement. Hoewel ik daar nog steeds van overtuigd ben, werd ik recent gewezen op de andere kant van de medaille. Wat nu als het jouw omgeving – zowel zakelijk als privé – begint op te vallen dat je eigenlijk structureel nee zegt tegen (nieuwe) dingen? Als je bekend begint te staan als de “notoire nee-zegger”. Dan is het tijd om keuzes te maken.

Als je op het punt bent aanbeland dat ieder verzoek “te veel” is, is er werk aan de winkel. Mensen, en Millennials als ikzelf in het bijzonder, hebben enorm last van zogenaamde FOMO; een fear of missing out. Als je continue het gevoel hebt dat je ergens niet bij kunt zijn of ergens niet aan mee kunt werken, dan gaat dat vroeg of laat aan je knagen. Om nog maar te zwijgen over wat andere mensen dan van je denken, maar dat voor nu even terzijde. Ook de “notoire nee-zegger” zal zich vroeg of laat realiseren dat er iets moet veranderen. Maar wat dan?

Uiteraard kun je gaan doen aan symptoombestrijding. Simpelweg weer “ja” gaan zeggen tegen nieuwe dingen en daarbij het risico lopen dat je niet of slechts deels kunt voldoen aan eerdere verplichtingen. Of een uurtje (of twee, of drie) aan je werkdag vastplakken, zodat je ook die extra opdracht nog op kunt pakken. In het weekend wat later naar bed en wat vroeger op, zodat je nog even kunt mountainbiken in de ochtend én ’s avonds naar de verjaardag van je oom in Amsterdam kunt gaan. Voor het gemak vergeten we dan maar even dat je op die manier vermoeid aan je werkweek begint, waardoor je weer minder efficiënt gebruik kunt maken van je toch al beperkte aantal beschikbare uurtjes.

We begrijpen natuurlijk allemaal dat symptoombestrijding nooit – en ook nu niet – de structurele oplossing is. Let’s face it: in het verleden heb je wellicht geen nee gezegd wanneer je dat wel had moeten doen en daarom moet je nu op de blaren zitten. Of misschien zijn de dingen die je voorheen deed simpelweg uit de kluiten gewassen. Je voetbalteam besluit om van één keer in de week een training en een wedstrijd op zondag te gaan naar een gezamenlijke conditietraining, een oefenpotje op de woensdagavond en de reeds geplande training plus wedstrijd blijven ook in de agenda staan. Of je rol in het project wordt steeds omvangrijker, waardoor je in de knel komt met andere werkzaamheden.

Linksom of rechtsom, je hebt teveel hooi op je vork en het is tijd om keuzes te maken. Als je te veel ballen tegelijkertijd in de lucht probeert te houden, dan valt er uiteindelijk tenminste één op de grond. Uiteraard bekommer je je dan om die gevallen bal. Drie keer raden waar die andere ballen dan liggen. Precies. Er is enige mate van flexibiliteit nodig om te voorkomen dat je hele jongleersessie ten einde komt. En er is alleen ruimte voor die flexibiliteit als je hier en daar ruimte vrij maakt (en laat) in je agenda. Tijd om afscheid te nemen van je alter ego, de “notoire nee-zegger”.

Prioriteer de zaken die op je bordje liggen en dan wordt vanzelf duidelijk waar je wel en geen tijd aan kunt en wíl besteden. Want het belangrijkste is dat je bezig bent met de dingen waar je goed in bent en waar je je goed bij voelt. Zo stel je anderen in staat om aan de slag te gaan met de zaken die jij bewust naast je neerlegt. Ik stip bewust aan dat het betuigt van een vleugje egoïsme als je alles bij jezelf houdt. Op die manier ontneem je de mensen om je heen namelijk kansen die zij hadden kunnen verzilveren, wellicht zelfs beter dan dat jij dat kon. Wie weet helpt dat inzicht je bij het maken van keuzes. Zorg er dus voor dat je geen “notoire nee-zegger” wordt (of blijft), maar vergeet niet dat nee ook een antwoord is!

Vorige
Vorige

Voetbal is simpel - de belangen niet

Volgende
Volgende

Duurzaam investeren: niet zo duurzaam?