De politieke woestenij

De Tweede Kamerverkiezingen zijn in aantocht en dat betekent dat een groot deel van Nederland zich stort in de stemwijzers, kieskompassen en maak-nou-eens-een-keer-een-keuze-hulptools. Zelf voel ik me uiteraard verheven boven het volk door daadwerkelijk partijprogramma’s te lezen (en af en toe erbij in slaap te vallen) om vervolgens terug te keren op planeet aarde en toch maar een stemhulp in te vullen. En wat blijkt? Ik sta midden in de politieke woestenij.

Laat ik eerst de context schetsen. Ik ben een Millennial. Dat betekent dat ik sowieso moeite heb met kiezen en ik door de langste naoorlogse kieslijst in een permanente vorm van keuzestress schiet. Ik woon in een stedelijk gebied en ik houd er dus nogal kosmopolitische gedachten op na, iets wat in de politiek vaak als progressief wordt bestempeld. En alsof dit alles nog niet erg genoeg is ben ik echt 100% Nederlander, spierwit en heb ik een diploma op zak. Met andere woorden: ik ben best een saaie lul. 

Toen ik verschillende tools invulde, had ik dus niet per se verwacht om in de politieke woestenij terecht te komen. Voor iedereen die niet direct weet waar de politieke woestenij in Nederland zich bevindt, dat is hiernaast in de afbeelding te zien. Het is een plek waar geen enkele (grote) partij zich momenteel bevindt: het is de plek die progressief en rechts is.

In dit geval gaat rechts over onderwerpen zoals economie, sociale zaken en, vooral, de mate van overheidsinmenging. Dat wil dus zeggen dat rechtse kiezers over het algemeen geloven in een overheid die klein is en ondersteunend moet zijn. Ook gaat het uit van een principe dat iedereen individueel de ruimte moet krijgen om te floreren, maar dus ook zelf daarvoor verantwoordelijk is als het niet zo goed gaat. Een klassiek voorbeeld van dat laatste is bijvoorbeeld dat de bijstand langzamer moet groeien dan het minimumloon. 

Progressief betekent hier plat gezegd dat we moeten veranderen en het liefst met een beetje tempo. Denk daarbij aan thema’s als Europa, het klimaat en justitie en veiligheid. Een voorbeeld van dat laatste werd recent breed uitgemeten in de media. De Kamer wilde het namelijk moeilijker maken om taakstraffen op te leggen, terwijl meermaals is bewezen dat taakstraffen effectiever zijn in het voorkomen van recidieven dan gevangenisstraffen. Een nogal conservatieve houding van De Kamer en daar kan ik mij dus niet in vinden. Een progressieve agenda blijkt misschien nog het meest uit het klimaatbeleid en dan specifiek de wil om echt alle zeilen bij te zetten om toch in ieder geval de klimaatdoelen te halen. De enige partijen die hier écht werk van willen maken bevinden zich dieper in de linkerhoek van het politieke spectrum dan een genadeloze penalty van Ronaldo.

De combinatie van rechts en progressief is dus niet te vinden in het Nederlandse politieke landschap en dus bevind ik me in de politieke woestenij. Progressieve opvattingen van meer Europa, een focus op klimaat en een ruimhartiger immigratiebeleid zijn blijkbaar moeilijk te rijmen met politiek rechtse denkbeelden van een kleine overheid, beperking van uitkeringen en het principe van zelfredzaamheid. 

Natuurlijk zijn de begrippen links-rechts en progressief-conservatief context afhankelijk en is het moeilijk om hier direct conclusies uit te trekken. Wie weet ben ik zelfs de enige die verdwaald raakt in de traditionele opdeling. Dat dit dan uitgerekend gebeurt terwijl er tijdens deze verkiezing meer partijen zijn dan smaken Tony Chocolonely om uit te kiezen is een extra domper. En het is natuurlijk ook zo dat een politieke partij niet als een handschoen hoeft te passen. Misschien moet ik me maar niet zo aanstellen. 

Maar misschien, heel misschien, is De Groen Rechtse Stuurgroep in 2025 terug te vinden op de kieslijst. Uiteraard in dat verlaten progressief-rechtse kwadrant. 

Resultaat van https://www.kieskompas.nl/

Resultaat van https://www.kieskompas.nl/

Vorige
Vorige

Je kunt het toch niet goed doen #1

Volgende
Volgende

Waarom corporates een technisch directeur nodig hebben