Eén voor allen en allen voor één

photo-1598015132635-131afe3ba07f.jpg

Net als zo’n beetje iedere andere Millennial, veel Gen Z’ers en ook aardig wat Babyboomers, ben ik continue bezig met zelfverbetering. De mogelijkheden zijn grenzeloos en de grootste beschaming is natuurlijk je eigen potentieel niet waarmaken. Gooi hier nog eens de sterk individualistische Nederlandse cultuur bovenop en het mag duidelijk zijn: mijn ontwikkeling gaat voor alles.

Om die ontwikkeling maximaal te stimuleren en waar te maken, ben ik altijd op zoek naar het beste. Dat vertaalt zich uiteraard ook naar werk. Want behalve de standaardzaken zoals vakantiedagen en salaris, is de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van vitaal belang. Die ruimte zie je in de kansen die werkgevers bieden qua opleiding of in traineeships met bijna op maat gemaakte persoonlijke ontwikkelprogramma’s. Daarnaast staan mogelijkheden tot werken in het buitenland en de kans om snel door te groeien ook centraal in deze drang naar maximale ontwikkeling.

Als echte Millennial ga ik hierin mee. Zo heb ik een traineeship gevolgd en heb ik verschillende cursussen succesvol afgerond. Als ik met leeftijdsgenoten spreek dan gaat het ook al snel over ontwikkeling. Zo vragen we ons af wat onze respectievelijke huidige werkgevers nog te bieden hebben en proberen we bij elkaar af te kijken wat nou ‘best practices’ zijn om het maximale uit jezelf te halen. Het gaat immers om jezelf en om jouw ontwikkeling. 

Hoe diep ik hier ook in zit en hoe belangrijk ik mijn eigen ontwikkeling ook vind: het is aan me gaan knagen. Natuurlijk is het goed om jezelf te ontwikkelen en zeker om daar rekening mee te houden in je zoektocht naar werk. Maar wat me stoort is dat we die ontwikkeling dan zoeken in termen als persoonlijk ontwikkelbudget of groeipotentieel. Dat is te erg een zoektocht naar die individuele groei, met trucjes die jou, als individu, verder helpen. Volgens mij is ontwikkeling helemaal niet zo individualistisch.

Begrijp me niet verkeerd: ik vind mezelf ontzettend belangrijk en met mijn ego krijg ik Ahoy wel gevuld. Maar als ik kijk naar waar ik graag werk dan is dat niet waar de inspirerende lunchlezingen aan elkaar gerijgd worden of waar de opleidingsbudgetten het hoogst zijn. Het is juist waar ik de mensen vertrouw, waar het hard kan knetteren en waar ik hard mee kan lachen, waar ik tot mijn uiterste gedreven wordt. Het is juist in die omgeving en sfeer waar je écht groeit. 

De mensen waar ik op dit moment mee werk vertrouw ik en ga ik voor door het vuur. We lachen samen en we huilen samen. Soms vliegt er een bord door de digitale zaal en soms juist een digitale knuffel. Ze helpen me en ze dagen me uit. Dit team is de grootste katalysator voor mijn ontwikkeling, juist omdat we elkaar vertrouwen en oog hebben voor sterke (en minder sterke) punten. In die vertrouwde omgeving durft iedereen uit zijn comfortzone te stappen. Dan wordt er écht eerlijke (en ongemakkelijke) feedback gegeven en durf je sneller iets nieuws te proberen. We brengen het maximale in elkaar naar boven en helpen niet alleen onze eigen ontwikkeling, maar die van het hele team. 

Daarom roep ik, vooral leeftijdsgenoten, op om verder te kijken dan ‘hoe past dit werk het beste bij mij’ of ‘hoe ontwikkel ik me hier het beste’. Want als je zoekt naar het team waar jij het beste past dan vind je daar ook je eigen ontwikkeling. Daar waar je complementair bent of juist zelfs potentie ziet om samen met een team nog beter te presteren dan dat ze nu al doen. Dat is dé plek waar je moet zijn. Ik geloof dat het de mensen zijn waar we het meeste van leren en die onze ontwikkeling kunnen helpen (of vertragen). Niet al die andere voorwaarden. 

Zoek niet naar werk wat het beste bij je ontwikkeling past. Zoek naar de mensen die erbij passen.

Vorige
Vorige

Je kunt het toch niet goed doen #4

Volgende
Volgende

Je kunt het toch niet goed doen #3