Fuseren op links - twee keer net niet, blijft net niet

unsplash-image-lyiKExA4zQA.jpg

Fuseren. Binnen de kantoorjungle is dat het samengaan van twee organisaties met als doel om kostenefficiëntie te behalen of juist marktaandeel te vergroten. Afhankelijk van het doel van een samengaan, zijn er ook nog andere varianten zoals een joint venture of strategische samenwerkingsverbanden denkbaar. En laat men in de politiek nu net dat laatste geopperd hebben: GroenLinks en de Partij van de Arbeid gaan de fractie onderhandelingen in als één blok; een gezamenlijke onderhandelingsdelegatie, een gelegenheidsfractie. Een manier om te zeggen dat ze de onderlinge samenwerking intensiveren. Is dit het begin van het einde voor de linkse politiek?

Dat men nu - weliswaar zes maanden na de verkiezingen - meer actief gaat samenwerken, is iets waar we blij mee moeten zijn. Gezien de kamer reeds 17 meningen telt, scheelt dat er toch weer één. Wie weet kunnen we dan wat meer snelheid houden in de besluitvorming. En juist om die besluitvorming is ‘t ‘m te doen met deze samenwerking. Invloed krijgen op de besluitvorming. Mee mogen doen. Ome Rutte en tante Kaag vinden namelijk dat er slechts vier partijen (VVD, D66 en CDA + één ander) mee mogen doen aan hun spel. Maarja, vriend Hoekstra wil dan weer niet de kleinste van de regerende kliek worden. Oftewel: het is een galante move van GroenLinks en de PvdA, maar de vraag is hoever dit ons brengt. Om toch weer de vergelijking met de kantoorjungle te maken: de eerste collega die een concessie doet wordt of als constructief en welwillend beschouwd, of als de zwakste schakel. We gaan zien hoe het voor het linkse front gaat uitpakken in de grootste slangenkuil van Den Haag.

Eerder dit jaar, rondom de verkiezingen en de gesprekken over de toen zo genoemde flitsformatie, werd er al gespeculeerd over een samenwerking over links. Toen kwamen er alleen wel een erg drastische term voorbij: een fusie. Ook de afgelopen week kwam een fusie tussen de twee partijen ter sprake als oplossing om de meer rechtse en middenpartijen (VVD, CDA, D66) tegenstand te kunnen bieden. Laten we daar eens op inzoomen. 

GroenLinks en de PvdA gaan de laatste jaren gebukt onder een terugloop in stemmers. Tenminste, dat mag je stellen voor de PvdA. In het geval van GroenLinks kan je ook zeggen dat ze weer terug zijn waar ze waren voordat Jesse Klaver zijn piek van 14 zetels beleefde in 2017. Slaan we de resultaten uit het verleden er op na, dan blijkt dat GroenLinks om de zoveel jaar weer een piek beleefd, maar dat ze gemiddeld om en nabij het aantal zetels zitten dat ze nu in 2021 hebben gehaald. De PvdA mag met recht stellen dat ze in een crisis zitten. Twee keer op rij negen zetels, waar dat voor 2017 nooit lager was dan 23 zetels. Maar, wat is er dan precies gaande? Verliest links in de Nederlandse maatschappij? Kunnen ze niet mee in de hedendaagse manier van campagne voeren? Heeft het met de lijsttrekker te maken?

Als je jezelf deze vragen gaat stellen in het bedrijfsleven, ben je vaak al te laat. Dan moeten er bold moves gemaakt worden. Er zit niets anders op: je moet op ontdekkingstocht naar je nieuwe identiteit. Je gaat afscheid nemen van bepaalde markten, kiest een focus en komt onder de bezielende leiding van een nieuwe CEO weer bovendrijven alsof je nooit bent weggeweest. Of je bent gewoon kapot. Uitgespeeld. Game over. Als je geluk hebt, word je nog overgenomen door een gigant die wel geïnteresseerd is in wat je te bieden hebt qua kennis en expertise. Deze paniek lijkt nu ook een beetje toe te slaan op de linkerflank.

Verliest links in de Nederlands maatschappij? Of roept rechts gewoon ongenuanceerd wat harder en strekken ze daarmee de zwevende kiezers naar zich toe? Of weten ze gewoon geen goede campagne neer te zetten en daardoor Nederland niet te bereiken met hun boodschap? En dan de lijsttrekkers - Klaver was persoonlijk verantwoordelijk voor het succes van 2017, was dat dan een hype? Zijn de enige overgebleven stemmers dan de harde kern, de idealisten met een hart voor het milieu? En de PvdA, ja. Die zijn er na Wouter Bos nooit meer helemaal bovenop gekomen. Cohen leek een fantastische premier, een man van het volk, maar bleek ronduit ongelukkig in Den Haag. Alles na Cohen wist ook geen succes meer te boeken. En nu zijn we beland bij Ploumen. Op z’n zachtst gezegd ook niet direct de charismatische leider waar men naar op zoek is. Is het dan niet zo dat alleen de échte diehards nog PvdA stemmen? Die PvdA uit de opvoeding of de historie hebben meegekregen en daarom trouw zijn aan de partij?

Je voelt langzamerhand wel aan dat dit artikel ook een boek zou kunnen worden, maar dat bespaar ik je voor nu. Waar ik naartoe wil, is of een fusie ooit de oplossing zal bieden voor hetgeen waar GroenLinks en de PvdA zo vurig op hopen: een meer progressief, links kabinet. Juist de identiteit van deze twee partijen heeft iets moois, het heeft historie. Een ziel. De overgebleven stemmers zijn de mensen die de laatste jaren trouw zijn gebleven aan de idealen waar de partijen voor staan. Een groen-rode combinatie veegt deze idealen van tafel. Dat is hetzelfde als FC Limburg in de Eredivisie - een gebrek aan identiteit en puur gedacht vanuit economische belangen en een wil om te overleven. Dat zou voor GroenLinks en de PvdA het begin van het einde zijn. Zeker als rechts ongenuanceerd op kiezers in blijft praten, resulteert dit in een situatie waarin we uiteindelijk maar gaan stemmen op allerlei kleine partijen of de Kieswijzer invullen en vervolgens lekker neutraal in het midden uitkomen. Weten de grote linkse partijen de kiezer nog wel te raken met hun idealen?

Ga mij niet wijsmaken dat er op dit moment onvoldoende behoefte aan ‘links’ is. De woningmarkt, het klimaat, de zorg, maar vergeet ook de cultuursector niet. Het zijn thema’s die al sinds het begin der tijden door de PvdA belangrijk zijn gemaakt en het thema klimaat, is hét thema van GroenLinks. De rest heeft er een mening over en weet het allemaal leuk te brengen in campagnetijd, maar hoeveel verder zijn we in de laatste jaren op deze thema’s gekomen onder een niet-links beleid? Wat ik probeer te zeggen: er is voldoende munitie om vanuit links een duidelijke stem te laten gelden, een tegengeluid. In gezamenlijkheid, elkaar respecteren, steunen, het goede voorbeeld geven. Alleen niet op de manier zoals het is gegaan, een dertien in een dozijn campagneboodschap en met lijsttrekkers die de uitstraling van een natte krant hebben. Hiervoor moet je terug naar de kern. Waar sta je voor als partij? Een verbinder als lijsttrekker die de partij bij elkaar kan brengen, de boodschap weet over te brengen. Zonder poppenkast. Dit ga je niet oplossen met een fusie. Twee keer net niet, blijft net niet.

Dit is een oproep tot een meer gebalanceerd Nederland. Laat het sociaal-democratische geluid horen. Een fris, vooruitstrevend geluid. Dat het nu geen draagvlak heeft in Nederland, betekent niet dat de behoefte er niet is. Het geloof is weg. Wie is in staat om dit vlammetje weer aan te wakkeren?

Vorige
Vorige

Stagiair voor het leven

Volgende
Volgende

Toekomstige generaties doen er niet toe