Innovatie in de kantoorjungle – 1  

In iedere comedy die je kijkt komt er een moment dat de protagonist “een goed idee heeft.” Denk aan Mr. Bean die soepel probeert af te kijken tijdens een toets. Of aan sneeuwpop Olaf die in Frozen echt van de zomer houdt. Wij, het publiek, lachen ons dan wat af. Helaas komt het in de kantoorjungle ook wel eens voor dat iemand “een goed idee heeft.” En wij, het publiek, laten dan een traan.

Want een goed idee komt nog altijd redelijk vaak van hogerhand. Uit de boardrooms met die chesterfield stoelen en glazen plafonds. Het goede idee is dat we innovatie nodig hebben. Aanleiding hiervoor is vaak een holle frase zoals “we moeten veranderen in deze zeer veranderende tijd om nog met de markt mee te kunnen” of “we moeten experimenteren en nieuwe initiatieven starten om het bestaansrecht veilig te stellen.” Innovatie is het goede idee in deze sketch.

In een grote corporate wordt dit soort genialiteit natuurlijk met applaus ontvangen. Er wordt dan snel een innovatietak opgezet. Zoiets kun je niet in de business doen, die mensen hebben het te druk met hun hoofd boven water houden. Nee, die hele nieuwe tak kan zich volledig, ongeremd storten op innovatie. Daar komt dan een Chief Innovation Officer bij en die mag keurig rapporteren aan de genieën van het management. 

Zo gezegd zo gedaan. Ieder zichzelf respecterende corporate kent de innovatieafdelingen wel. Ze hebben bakken met geld en zitten boordevol goede intenties. Maar nog niet vol met innovatie. Want innovatie komt uit de markt. De markt betekent: buiten het bedrijf. Daarom worden er fanatieke – vaak jonge – mannen en vrouwen aangenomen om de markt te verkennen. Dat had ook gekund met de marktexperts uit de eerder genoemde business, maar die hebben andere prioriteiten gekregen. De verkenners mogen snoepreisjes naar verschillende beurzen maken om ideeën op te doen. En dan niet naar een beurs in Utrecht. Nee, juist naar Berlijn, Lissabon, Londen of Los Angeles. Een beetje innovatie moet wel uit een stad komen met een bovengemiddeld avocado-consumptiepatroon. 

De innovatieafdeling draait op volle toeren. De meest geweldige ideeën worden tijdens beursbezoeken (op)gepikt van startende, groeiende of zelfs al gevestigde bedrijven. Hier wordt lustig over gerapporteerd aan de mensen in de boardroom. Alleen zijn ideeën over innovatie niet genoeg. Actie moet ondernomen worden. Helaas zagen we eerder al dat de zogenaamde business te druk was met zijn eigen broek omhoog houden. Dus zij kunnen niet voor de executie zorgen. Dan blijft er maar één conclusie over: investeren.

Alleen klinkt investeren ook weer zo ouderwets. Laten we het de creatie van partnerships noemen. De fanatiekelingen die de snoepreisjes maken zijn nu in één klap partnership managers. Manager, want je moet wel serieus genomen worden natuurlijk. Zij komen nu niet alleen met leuke innovaties, maar ze gaan ook samenwerkingen opzetten met bedrijven die aan deze innovaties werken. Contacten worden gelegd, onderhandelingen worden gevoerd en voor je het weet heeft de grote corporate een aandeel in het innovatieve bedrijf. Ze worden onderdeel van een ecosysteem.

Zo’n partnership is natuurlijk optimale kruisbestuiving: de innovatie van de een, met de financiële kracht van de ander. Met veel bombarie wordt het contract ondertekend, champagne gedronken, persberichten gedeeld en social media berichten de wereld in geslingerd. Uiteraard moet ook een oudgediende van de grote corporate ingesteld worden bij het innovatieve bedrijf als speciaal adviseur, lid van de kersverse raad van commissarissen of sparringpartner. Dat hoort erbij.

Het is gelukt. Het goede idee is in werking gezet en meerdere investeringen zijn gedaan. De innovatie valt te proeven. Alleen niet bij de grote corporate zelf. Die zit nu als Mr. Bean te zakken voor zijn examen. Of ligt als Olaf te smelten op het strand. En dat realiseren de hoge heren – ja helaas, nog steeds heel vaak heren – zich ook. 

Daarom moeten deze partnerships een nieuwe dimensie krijgen. Dat de kersverse investeringen maar eens geforceerd gaan samenwerken met de bestaande business. Die het daar dus eigenlijk te druk voor had. En dat, hooggeacht publiek en mede-kantoortijgers, is het moment dat wij, het voetvolk, een traan laten. Want wij weten wat er nu aankomt. 

Wordt vervolgd… 

Vorige
Vorige

Innovatie in de kantoorjungle – 2

Volgende
Volgende

Paniek in de kantoorjungle