Is er leven zonder de vakbond?

photo-1610629202539-22e0e1f86cf1.jpg

In de meest recente podcast praten we over vakbonden. Al snel komen we erachter dat we niet exact weten wat ze doen, dat ze gemixt in het nieuws komen en dat het concept misschien niet eens meer van deze tijd is. Wat is er aan de hand bij de vakbond? En kunnen we niet ‘gewoon’ zonder ze? 

Wat doet een vakbond?

De vakbond is een organisatie die medewerkers van bedrijven en sectoren vertegenwoordigt. Meestal is het doel van deze vertegenwoordiging het afsluiten van een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO). Zo zijn basale afspraken over primaire en secundaire voorwaarden vastgelegd voor alle medewerkers van een bepaald bedrijf, of voor een bepaalde sector.

In praktijk leidt dit vaak tot onderhandelingen tussen een aantal vakbonden, waarvan FNV en CNV de bekendste zijn, aan de ene kant en een bedrijf of een werkgeversorganisatie aan de andere kant. Samen spreken zij in de CAO af welke functies er bestaan, welke salarissen (met ruimte tot beweging) er aan die functies hangen en hoeveel vakantiedagen de norm wordt. Zo’n CAO is vaak een paar jaar geldig en moet telkens opnieuw onderhandeld worden.

De vakbond verschilt van de Ondernemingsraad (OR). De OR toetst bij grote beslissingen binnen bedrijven of dit allemaal conform de CAO is. In zowel de vakbond als de OR zitten dus vertegenwoordigers van medewerkers. Maar waar de vakbond een CAO uitzet, staat een OR dichter bij de medewerkers en hoe het alledaagse bedrijfsbeleid binnen dat CAO past. 

Zijn vakbonden nog van deze tijd?

De vraag is eigenlijk of je niet meer kunt bereiken met een venijnige tweet richting een bedrijf of een viraal filmpje op Facebook dan met de vakbond. Daar valt wel wat voor te zeggen.

Sinds een stevig aantal jaren neemt het aantal leden van de vakbond af. Daarbij komt ook nog eens dat de vakbond een aardig hoge gemiddelde leeftijd heeft. En dus kun je stellen dat vakbonden langzaam doodbloeden. Daarbij is het ook zo dat vakbonden een vertegenwoordiging pogen te zijn van de werkvloer. Als je aantal leden afneemt en de demografische kenmerken niet meer overeenkomen met de werkvloer die je wil vertegenwoordigen, dan kun je je afvragen of de vakbond nog van deze tijd is.

Behalve dit teruglopende aantal leden, is het ook zo dat de samenleving sterk individualiseert. Zo zijn er genoeg mensen die zelf een (goed) salaris onderhandelen, zonder dat er een CAO aan te pas komt. Denk aan het grote aantal ZZP’ers bijvoorbeeld. Ook kan het zo voelen dat de vakbond met onderwerpen bezig is die nogal ver van je bed staan. Denk bijvoorbeeld aan ouderschapsverlof voor mannen of flexibiliteit van werken. De oudere medewerker is deze fase(n) al voorbij, terwijl de jongere medewerker veel meer bezig is met zijn of haar eigen ontwikkeling in plaats van deze onderwerpen.

Of wie weet hebben we het gewoon allemaal te goed.

Waarom zijn ze in het nieuws?

Als die vakbonden dan niet meer van deze tijd zijn, wat doen ze dan in het nieuws? Aan de ene kant komen er positieve geluiden van nieuwe CAO’s die afgesloten worden. Op die manier hebben veel mensen zekerheid in hun baan, hun secundaire arbeidsvoorwaarden en hun groei in salaris. Soms zelfs de grootste salarisgroei in enige tijd. Aan de andere kant komen er negatieve geluiden over het feit dat onderhandelingen vast zitten. Dan staan vakbonden en werkgevers in een Mexican stand-off tegenover elkaar. Tijdens deze vastgelopen onderhandelingen blijft het oude CAO van kracht. Maar soms kan dit ontzettend lang duren en dat betekent dan ook dat de salarissen niet de facto stijgen. Dat moeten medewerkers dan zelf verzorgen. Ook blijkt dat deze onderhandelingen steeds vaker vastlopen en dat is natuurlijk nieuwswaardig.

Waarom doet het ertoe?

Wat maakt dit alles nou uit? Als je een Tesla van de zaak hebt, je een telefoon horizontaal moet houden om je bankrekening af te kunnen lezen of een vage titel als strategy consultant of directeur proces meester draagt, dan doet het er niet toe. Vaak is een CAO dan niet van toepassing. Maar als je bijvoorbeeld starter bent of werkzaam bent in een fysiek zwaar beroep, dan doet het er zeker toe.

Als starter weet je namelijk vaak (nog) niet van de hoed en de rand. Wanneer je dan bij een bedrijf solliciteert en een baan krijgt, is het fijn dat je in een vaste structuur terecht kunt komen. Zo weet je dat je in ieder geval niet genaaid wordt. Als je een fysiek zwaar beroep hebt of een beroep hebt waarbij je de hele dag wel andere dingen aan je hoofd hebt – denk aan een leraar, een verpleegkundige of een politieagent – dan is het juist fijn dat er mensen fulltime bezig zijn met het behartigen van jouw belangen. Uiteraard geldt dit ook voor vele andere beroepen: je hebt het druk genoeg met werk. 

Zelfs al je dan nog niet overtuigd bent, doet het ertoe. Want sinds de jaren tachtig groeit de economie als een tierelier, maar blijven de lonen daarbij achter. Iets wat mensen veel slimmer dan ik fantoomgroei noemen. Dit laat zien dat de aandeelhouderscultuur aan kracht wint en de medewerker vaker, al dan niet bewust, er een prijs voor betaalt. Een vakbond is momenteel één van de weinige middelen die we hiertegen hebben. 

Dus, is er leven zonder de vakbond?

Nee, momenteel niet. Het zijn instrumenten voor een eerlijke(re) verdeling van de winsten van een bedrijf en de vertegenwoordiging voor groepen mensen die al genoeg andere dingen aan hun hoofd hebben. Ook kun jij jezelf nog zo capabel vinden in onderhandelingen, als een bedrijf dit meerdere keren per week met verschillende mensen doet, dan ga je hoogstwaarschijnlijk het onderspit delven. Gelukkig is er dan de vakbond die al algemene loonafspraken in een CAO heeft gegoten voor je.

Ja, de vakbond zoals we die nu kennen, moet wel veranderen. Minder ellenlang polderen en een betere vertegenwoordiging van de werkvloer. Gelukkig zijn de eerste tekenen van verandering al zichtbaar dus is er reden voor voorzichtige hoop.

Vorige
Vorige

Welcome (back) to the jungle

Volgende
Volgende

De mythe van een ‘levend document’