Van onze crisisverslaving af

Alles is tegenwoordig een crisis: de stikstof-, klimaat-, woning-, asiel-, energie- en huisartsencrisis om maar een paar voorbeelden te noemen. We leven inmiddels van crisis naar crisis. Dit kan zo niet langer, wij moeten van onze crisis-verslaving af.

Natuurlijk zijn we goed in crisismanagement. Ten tijde van de Watersnoodramp pakten we de crisis aan en zorgden we ervoor dat een ramp zoals deze zich (vooralsnog) niet kon herhalen. Tijdens menig politieke crisis werken de oudgedienden en spindoctors zich drie slagen in de rondte om de boel weer op de rit te krijgen. En in het bedrijfsleven tuigen we war rooms en taskforces op om crises het hoofd te bieden. Maar dat we quasi-goed zijn in crisismanagement – de Corona-crisis ligt nog bij de evaluatiecommissie – is geen reden om maar van crisis naar crisis te blijven leven.

Want de reden dat er zo veel crises zijn, is dat we, paradoxaal genoeg, continu bezig zijn met crisisbestrijding. Tijdens een crisis wordt je werkveld erg nauw en doe je alles om het acute probleem aan te pakken. Daardoor maak je vaak (onbedoeld) een rotzooi van andere zaken daaromheen. Of geef je ze niet de juiste aandacht. En die zaken worden dan weer een nieuwe crisis. Heb je de ene brand onder controle, ben je vergeten aan preventie voor de rest van het bos te doen. Begrijpelijk door de crisissituatie, maar wel funest voor de lange termijn en het gehele bos.

Door al dit crisismanagement verliezen we de lange termijn dus uit het oog. Er is geen tijd om goed na te denken over complexe vergezichten. Er is geen tijd om iets rustig te evalueren voor we verder gaan. Als we die tijd wel zouden nemen dan hoeven we niet zo vaak branden te blussen, omdat we dan het bos preventief nathouden. We hoeven niet de superheld uit te hangen, want de superheld is niet nodig in de eerste plaats.

Dat is niet sexy. Een crisis bestrijden geeft een kick. Het is kort, afgebakend en je hoeft niet na te denken over het opruimen achteraf. Crises doen het ook beter in de media, dus krijgen ze veel meer aandacht. Wie weet komt daar ook wel het beeld vandaan dat alles een crisis is. Daarom poog ik hier een voorbeeld te geven van hoe het wel kan. En welke geweldige voordelen dit heeft.

Dit voorbeeld is het huwelijk van mijn ouders. Inmiddels weet dit duo het al vijfendertig jaar met elkaar vol te houden. Vijfendertig jaar waarin er gestaag gebouwd is aan een eigen leven. De gezondheid is op orde, het huishoudboekje is onder controle, het sociale leven is bourgondisch gezellig en de kinderen zijn goed terecht gekomen - al wordt dat laatste betwist door collega’s van De Stuurgroep. Natuurlijk was het niet alle dagen zonneschijn. Als je tijdens een van de eerste ontmoetingen je lenzen vergeet en daardoor je partner letterlijk niet ziet staan, maak je geen goede beurt. In tijden zonder smartphone en met routekaart, wil je niet de allesbeslissende afslag op de ring van Parijs missen. Grappig genoeg zijn deze mini-crises, net als in de politiek, veelal veroorzaakt door de man. 

Hoe dan ook: het moge duidelijk zijn dat vijfendertig jaar stabiliteit, gedegen planning en constructief hard werk zijn vruchten afwerpen. Als we vijfendertig jaar geleden dit pad hadden gekozen om het stikstofprobleem aan te pakken, dan hadden we nu geen crisis. Dan kun je voor de lol af en toe nog een war room op kantoor inrichten. Maar je kunt ook zonder.

Het mag dan geen nieuws zijn wat door reguliere media wordt opgepikt. Maar de boodschap is niet minder belangrijk: minder crises, meer stabiliteit en een gedegen structurele aanpak zijn nodig. Mijn ouders doen het voor, doen wij het dan even na?

Vorige
Vorige

Dood aan referral recruitment

Volgende
Volgende

Innovatie als excuus