Verplicht naar kantoor

Vroeger was alles beter. Daarom gaan we weer verplicht faxen, moeten vrouwen weer terug naar het aanrecht, wordt roken op de werkvloer de norm en speculeer je met het geld van je klanten om als bestuurder als een God in Frankrijk te leven. Als kers op de taart was er vroeger ook maar één plek waar je werkte: op kantoor. Dus willen bedrijven dat weer verplichten aan het personeel.

Maar was het echt beter? Steeg de productiviteit niet juist met thuiswerken? Omarmden werkgevers een paar maanden terug het hybride werken niet? En was het thuiswerken geen heerlijke ontsnapping van de chaotische kantoortuin, zodat we nu echt wat gedaan krijgen? 

Los van die vragen is het natuurlijk wel een beetje gek dat de werkgever dingen gaat eisen. Nee, dat is niet door het personeelstekort. Maar omdat de werkgever de afgelopen vijftig jaar alleen maar gekregen heeft. Zo hoeft een werkgever niet meer te zorgen voor zijn mensen zoals Philips dat deed. Met onderdak, voedsel en zelfs een sportvereniging. Ook zijn winsten mede dankzij verhoogde productiviteit van werknemers gestegen tot astronomische bedragen, terwijl de lonen ver achter bleven. Als klap op de vuurpijl genoten de werkgevers jarenlang van een neoklassieke wind door het land die het alleen maar makkelijker en leuker maakte om geld te verdienen, wat vervolgens vooral naar aandeelhouders en duurbetaalde bestuurders ging. 

Het was minder rooskleurig voor de medewerker. Die zag kantoren verdwijnen en kantoortuinen er voor terugkomen. De eigen kantine werd uitbesteed, waardoor je nu grof geld mag betalen voor je lunch. De goede koffie werd ingeruild voor slappe meuk. En voor een paar schrale procenten erbij in de cao’s, werden de laatste mooie secundaire arbeidsvoorwaarden de nek om gedraaid. De enige overwinningen die de medewerker in vijftig jaar kon genieten, waren de drankjes tijdens de kerstborrel en het gedwongen thuiswerken tijdens Corona-gesponsorde lockdowns.

Dat laatste wordt al dik twee jaar omarmd door de medewerker. Wij loonslaven genieten ervan om niet nodeloos in de file te staan of te wachten op een trein die nooit komt. We houden van onze verhoogde productiviteit én de kans om de kinderen van school te halen op een normaal tijdstip. En dat stukje werkgeluk wil de werkgever ons ontnemen.

Het ergste aan dit alles is de reden waarom het ontnomen dreigt te worden. De werkgever vertrouwt de werknemer niet. Natuurlijk wordt dat verhuld onder de noemer dat de hechting met het bedrijf achteruit holt. Maar het komt erop neer dat werkgevers controle willen over de medewerkers. Inklokken en uitklokken. Iedere dag rapporteren over wat je gedaan hebt en over wat je niet gedaan hebt. Documenteren wanneer en hoe lang je gepoept hebt. Bijhouden of je de tandarts gebeld hebt tijdens werktijd. Stalin zou jaloers zijn op het systeem.

Het is treurig dat werkgevers voor deze lijn kiezen. Ervoor kiezen dat vroeger alles beter was. Ik denk dat de binding met het bedrijf juist achteruit gaat wanneer je medewerkers niet vertrouwt. Daarom vertrouwen ze jou al helemaal niet. Ook zul je geen personeel vinden in deze markt, omdat je eisen uit de prehistorie weer in contracten zet. Wij loonslaven hebben geproefd hoe het wel kan en we willen niet terug.

Toch begrijp ik die werkgevers wel. Want vroeger was het ook allemaal beter met al die mensen in de kantoortuin. Het was alleen niet beter voor die mensen zelf. 

Vorige
Vorige

Je bent ontzettend vervangbaar

Volgende
Volgende

De troef in generatiemanagement